Begin
90er jaren, voor de fusie met Volkswagen, was Škoda nog volop bezig met
het verder verbeteren en ontwikkelen van de Favorit, die vanaf 1990 het
enige productiemodel van Škoda was. Vanaf dit jaar begon de fabriek in
Vrchlabí ook de productie van de Škoda Favorit Forman (stationwagen),
als een welkome uitbreiding op het modellengamma. Op dat moment was de
1289 cc lichtmetalen motor de enige voor de Favorit leverbare motor.
Daaraan wilde men wat veranderen, door ook een 1137 cc versie te gaan
leveren van deze motor. Dit gebeurde echter nooit. Maar ook was men
volop bezig met de ontwikkeling van een compleet nieuwe motor. Men was
voor het partnerschap van Volkswagen al bezig met de voorproductie van
een serie motoren met een cylinderinhoud van 1596 cc (78 X 83,5), met
multi-point injectie en met een vermogen van 74 kW bij 5500 toeren per
minuut. Supermodern dus, en ongeveer hetzelfde als de veel later in
allerlei Škoda-modellen geleverde 1600 motor van Volkswagen. Ook werd
één van deze motoren in een (relatief lichte) Favorit Forman
geplaatst, die daarmee ongetwijfeld een zeer vlotte en lekker rijdende
auto werd. Eén van deze motoren, opgevoerd tot 118 kW, werd zelfs in
een Favorit geplaatst, waarna er enkele races mee gereden werden. Dit
moet men eigenlijk wel in gedachten houden, wanneer men de verdere
ontwikkeling van het Tsjechische merk gaat volgen. Volkswagen was zeer welkom en totaal onontbeerlijk bij het overleven van Škoda
als automobielbouwer, maar tot de fusie aan toe bleef Škoda een bedrijf
dat zelf ook de nodige kennis en ervaring in huis had. Maar dat door het
communistische regime achterbleef met een gigantische schuld, en geen
eigen kapitaal... hoe zou het Škoda zijn vergaan als de communisten er
nooit waren geweest?…
De
Favorit maakte een goede entree in de wereld. Zelfs grote
autoprogramma's als het alom bekende TopGear oordeelden goed
over de nieuwe voorwielaandrijver uit Mlada Boleslav...
Kwaliteitsverbetering
In
eerste instantie nam Volkswagen een belang van 31 procent in Škoda, en
betaalde 120 miljoen DM, om een groot aantal van de schulden af te
lossen. Maar daar bleef het niet bij. Volkswagen was voornemens om tegen
het jaar 2000 zo’n 9 miljard (!) harde Duitse Marken in Škoda te
pompen. VW heeft Skoda dan ook niet
opgekocht (zoals graag beweerd wordt), maar heeft de Tsjechische
regering in VW en partner gezocht én gevonden voor forse investeringen
en ontwikkeling van het merk Skoda. Nadat bleek dat VW zijn afspraken
nakwam, verkocht de Tsjechische regering haar volledige aandeel in Skoda
aan Wolfsburg, en werd VW honderd procent eigenaar. Veel mensen, waaronder sommige oudere medewerkers van de Škoda-fabriek,
waren toch niet blij met de ‘overname’ van hun bedrijf door een
Duits bedrijf. Maar het betekende een nieuwe kans voor Škoda, met
toegang tot een enorm kapitaal, een nieuwe lading know-how, en de goede
naam van Volkswagen was natuurlijk ook niet te versmaden! Wat de Favorit
betrof, die vaarde er wel bij. Was de allereerste Favorit uit 1989 een
auto die technisch goed en erg sterk was, maar met een minder goede
afwerking kampte, zo bleek dezelfde auto uit 1994 een spectaculair beter
product. De motor werd steeds verder verbeterd en werd vanaf oktober
1993 met single-point injectie geleverd. En ook de afwerking ging met
sprongen vooruit. Bijvoorbeeld werd het bruinplastiek dashboard
vervangen door eenzelfde exemplaar van donkergrijs kunststof, en de
bekleding werd veel mooier en beter. Lak en kieren en naden in de
carrosserie werden veel strakker, kortom, de auto voelde steeds
‘lekkerder’aan. De Westerse pers sprak zelfs van één van de
grootste kwaliteitsverbeteringen in de automobielhistorie ooit. Vanaf
1991 werd er ook een Pick-up versie van de
Favorit geproduceerd
in de fabriek in Kvasiný. Hier was zeer veel vraag naar, want deze
verkocht meteen bijzonder goed. Alleen al in 1992 werden er al 17.000
pick-ups gebouwd en verkocht, en het jaar daarop waren het er 20.000! Škoda
Ejpovice, wat overigens niet bij het
Škoda automobiel concern behoorde,
modificeerde zelfs Favorit’s en Pick-up’s voor electrische
aandrijving. Enkele daarvan zijn bijvoorbeeld een tijdje gebruikt als
taxi in autoluwe gebieden, maar het was natuurlijk verder een
doodgeboren kindje. En tenslotte was er nog de firma MTX, die de
Favorit transformeerde in een Roadster. Hij werd ontwikkeld door de
gerespecteerde ontwerper Václav Král, en is toch zeker het vermelden
waard.
Logo-perikelen
Bij de fusie met Volkswagen onstonden er problemen met de rechten voor
het gebruik van het Škoda-beeldmerk. Zoals u al in het begin van deze
hele geschiedenis al had kunnen lezen, was het originele Škoda-moederbedrijf
in Pilsen gevestigd. De fabriek van Mladá Boleslav had dus niet de
rechten op het beeldmerk dat de auto’s van het Tsjechische bedrijf al
vele tientallen jaren sierde! De fusie was alleen tussen de Škoda-automobieldevisie
en Volkswagen, en Škoda Pilsen stond hier dus buiten. In eerste
instantie stelde Pilsen de eis, dat de Škoda automobiel-bouwer een
licentiecontract voor het gebruik van dit beeldmerk zou krijgen, waarbij
er voor iedere verkochte auto een bedrag naar Škoda-Pilsen zou gaan. Er
bestond hevig verzet tegen de totale verkoop van de rechten. De waarde
van het beeldmerk werd geschat op 18 miljard kronen, zo’n 1 miljard
Duitse Marken! Maar na vele onderhandelingen betaalde de Škoda
auto-devisie in 1991 uiteindelijk 330 miljoen Kronen voor het recht deze
te gebruiken op haar auto’s en accossoires, met de belofte dat Škoda
Pilsen een vaste toeleverancier zou blijven. Het contract werd getekend,
en de perikelen leken voorbij. Maar in 1993 was het opnieuw hommeles. In
september 1993 wilde Škoda Mladá Boleslav dat er toch een verschil
moest zijn tussen het bedrijf in Pilsen en de automobielbouwer, en
besloot het beeldmerk iets te veranderen. Het nieuwe merkje had een
dikke rand, waarin in een ander lettertype het woord ‘Škoda’ stond,
en onderin het woord ‘auto’. Het gehele merksymbool had nu de kleur
groen, in plaats van het aloude blauw. In 1994 verscheen het echter op
nieuwe auto’s met een dikke zwarte rand, waarbij het woord ‘auto’
werd vervangen door laurierbladeren. Vervolgens wilde men dit nieuwe
beeldmerk onder eigen rechten onderbrengen. Maar het in 1991 getekende
contract schreef voor, dat men dezelfde standaard beeldmerken moest
gebruiken als die van Škoda Pilsen! Škoda Pilsen pikte deze
‘muiterij’ niet, en eiste een verdere betaling van 250 miljoen
Kronen, of voor de komende 10 jaargegarandeerde orders van 1 á 1,2 miljard Kronen per jaar. Toen
Škoda Mladá Boleslav echter geen snelle pas maakte naar de
onderhandelingstafel, diende Škoda Pilsen een aanklacht in. Tenslotte
kwam de hele zaak tot een compromis. Škoda Mladá Boleslav betaalde nog
éénmaal een compensatie-bedrag, en garandeerde definitief orders voor
de Škoda Pilsen vestiging. Na deze overeenkomst, waarbij het precieze
te betalen bedrag onbekend bleef, trok Škoda Pilsen de aanklacht in.
Het merkje tenslotte veranderde nog één keer, de laurierbladen onderin
maakten wederom plaats voor het woord ‘auto’.
Felicia!
Tot
begin 1994 boekte de fabriek elk jaar weer een beter verkoopresultaat
dan het jaar ervoor, terwijl er toch een algehele recessie heerste in de
automobielverkopen in Europa. Een groot compliment aan de Tsjechische
automobielbouwer, maar het werd nu zolangzamerhand tijd voor een
opvolger voor de Favorit. Deze verscheen in de gedaante van de Škoda
Felicia die enthousiast werd geintroduceerd als een totaal nieuwe
auto. De Škoda Felicia zag er inderdaad lekker modern uit, met veel
rondere vormen, plattere koplampen en een mooi afgerond dashboard. De
waarheid was echter, dat de Felicia ‘slechts’ op 1187 onderdelen
verschilde van de aloude Favorit! Maar ondanks dat ongeveer de helft van
de onderdelen van de Felicia gedeeld werden met zijn voorganger, toch
was het verschil tussen de auto’s groter dan iedereen kon denken. Niet
alleen oogde de Felicia moderner, maar de auto was op alle fronten beter
en degelijker dan zijn voorganger. Om dit te demonstreren hing de
importeur op de Auto RAI de Felicia op aan zijn vier deuren om te
demonstreren hoe degelijk de auto werkelijk was. Ook de Westerse pers
maakte hier notie van, en constateerde dat de Felicia beslist kon
concurreren met alle andere auto’s uit zijn klasse. De motor bleef in
eerste instantie dezelfde als die van de Favorit, maar dit had een
reden. Niet alleen voldeed de lichtmetalen 1289cc Škoda-krachtbron nog
steeds prima in de nieuwe auto, maar er zou ook een totaal nieuwe
motorenfabriek worden gebouwd in Mladá Boleslav. Motoren-ontwerpen
waren er bij Škoda immers al. Echter, in de eerste helft van de 90er
jaren raakten de autoverkopen in een recessie, waarbij de verkopen bij
Volkswagen zelf, (en vooral ook bij concerngenoot Seat) terugliepen. Dit
zorgde ervoor dat de geldkraan bij VW dichtging, en de geplande
motorenfabriek dus geheel onverwacht niet doorging. Hierover onstonden
grote ongenoegens bij de Tsjechische regering, aangezien Volkswagen in
1991 in het contract met Škoda en de Tsjechische overheid de garantie
had gegeven, dat VW ervoor zou zorgen dat Škoda zich zou kunnen blijven
ontwikkelen. De angst was aanwezig dat wanneer er VW-krachtbronnen
zouden worden gebruikt, dat Škoda zou verworden in een gezichtsloze
licentiefabriek.
Volkswagenmotoren
Maar
ondanks dat werd uiteindelijk toch de impopulaire beslissing genomen,
dat Škoda toch de VW krachtbronnen zou gaan gebruiken. En dit was,
ondanks de trotse geschiedenis van Škoda, eigenlijk niets meer dan een
logische stap. Ze waren al aanwezig binnen het concern, en bovendien
zouden deze moderne motoren prima voldoen in de Škoda Felicia, en alle
andere toekomstige modellen. En zo gebeurde het ook. De Felicia werd al
snel geleverd met zowel de aloude 1,3 liter Škoda-motor, als met de 1,6
liter motor van Volkswagen. Ook werd er een 1,9 liter Diesel
geintroduceerd, die prima voldeed. Maar deze auto’s waren de eerste Škoda’s
sinds mensenheugenis, die niet door een eigen krachtbron aangedreven
werden! Ondertussen ontwikkelde de Felicia zich steeds verder. In 1995
werd op de Brno Auto show de Felicia Combi geintroduceerd, en
later dat jaar volgde ook de Pick-up versie. En daarop gebaseerd
verscheen natuurlijk ook de geinig uitziende knalgele Felicia Fun,
die met zijn uitklapbare achterbank een vrijetijdsauto bij uitstek was.
Met deze modellen ging het Škoda steeds meer voor de wind, want waar
veel andere merken moeilijke tijden beleefden qua omzet, bleef ons
Tsjechische merk steeds hogere verkoopcijfers boeken. De Felicia was ook
gewoon een aantrekkelijke auto, want qua opties waren dingen als
bijvoorbeeld een startonderbreker en stuurbekrachtiging nog niet zeer
gebruikelijk in die klasse in 1995. De Škoda Felicia kreeg in 1998 nog
een face-lift, waarbij de neus nu met eenzelfde grille werd getooid als
de latere modellen, maar in het begin van de 21ste eeuw zou de felicia
dan toch uiteindelijk een opvolger krijgen.
Octavia,
Fabia, en Superb
Aan
het eind van 1995 werd in het bijzijn van president Vacláv Havel de
eerste steen gelegd voor een nieuwe fabriek, voor de productie van een
totaal nieuwe auto. Deze auto zou voor het eerst geheel worden gebouwd
op VW basis. Škoda zou zelf het carrosserie-ontwerp aanleveren, terwijl
het technische gedeelte geheel op VW techniek gestoeld zou zijn. Het
werd de Škoda Octavia, die op een Golf onderstel stond en
vrijwel onmiddelijk een absoluut succesnummer werd. De zeer degelijke
auto scoorde zeer goed in tests, en in een onderzoek van een
gerenommeerd autoblad kwam men tot de conclusie dat de Škoda Octavia
zeer goed scoorde in reparatie- ongevoeligheid en de afwezigheid van
rammels. In de NCAP botsproef haalde de Octavia de prima score van vier
van de vijf haalbare sterren, en niemand die iets van auto's wist
twijfelde meer aan de degelijkheid van de grote Tsjech. De Octavia was
gelukkig wel een auto die ondanks de volledige Volkswagen techniek nog
steeds een eigen Škoda-gezicht had. De wagen had ook een eigen
dashboard ontwerp, wat bijvoorbeeld binnen de VW groep het merk Seat
niet kon zeggen. De Octavia werd daarna nog een paar keer opgefrist,
want onder andere veranderde het dashboard, en kreeg hij die mooie
koplampen van helder glas in de neus (en nog een hele lijst met andere
dingen). Ook verscheen er een Combi- versie, die er zeer gelikt uitzag.
Bovendien kwamen er 4X4 versies, en als kroon op de serie verscheen
de SkodaOctavia RS. Dit 180 PK sterke asfaltkanon was de snelste in serie
geproduceerde Škoda ooit. In het magische jaar 2000 werd de Škoda
Felicia, die naast de Octavia werd verkocht, opgevolgd door een totaal
nieuwe auto.
Op het Internet rouleerden er al snel foto’s van hoe de
nieuweling eruit zou zien, en die leken inderdaad al behoorlijk op het
uiteindelijke ontwerp. Het was de Škoda Fabia, die er ontzettend
leuk uit zag, en een totaal eigen gezicht had. De auto verkocht
ontzettend goed, en na een aantal jaren bleken ook de tweedehandprijzen
voor deze auto aan de stevige kant. En
dat was ook wel eens anders! Deze
auto werd tot het jaar 2000 nog steeds geleverd met die oude trouwe Škoda
motor (als basismotor). Met een toegenomen cylinderinhoud van 1397cc en
hydraulische klepstoters voldeed ‘ie nog steeds prima, weer een
compliment aan het adres van Škoda. Ook het onderstel was voor de Fabia
een primeur, aangezien dit het onderstel is waarop pas veel later ook de
nieuwe VW Polo geleverd werd. Bovendien was dit onderstel (met zijn zeer
moderne achteras) ontworpen door Tsjechische ingenieurs, zodat men zeker
nog steeds kan zeggen dat de Fabia's nog steeds rasechte Škoda’s
zijn! Dit geld ook voor de driecylinder 1,2 HTP (High Torque
Performance)-motor die de oude trouwe 1,4 Škoda-motor dan toch
uiteindelijk aflost. Deze zeer moderne driepitter, die ook in Volkswagen
en Seat-modellen leverbaar gebruikt werd, werd namelijk ook door de
Tsjechen ontwikkeld. (al noemen ze dit nu geen Škoda motor meer, maar
een Concern-motor). Kortom, het moeizame verleden van Škoda lijkt
voorgoed voorbij. Tot slot vindt Škoda eindelijk weer aansluiting in de
markt voor grote en luxueuze auto’s in de vorm van de Škoda Superb,
ook weer een naam uit het rijke verleden. Met deze auto kun je wel
stellen dat het cirkeltje weer rond is. Er is enige kritiek dat de auto
veel op de VW Passat lijkt, en dat is natuurlijk ook wel zo. Sterker
nog, de Superb ís een lange Passat, waarbij het derde zijruitje van de
Passat bij de Superb in het portier is opgenomen. Het silhouet is echter
dezelfde. Maar de Škoda Superb is luxer en rijdt beter als de Passat,
mede door zijn langere bodemplaat/wielbasis. Het is een echte
snelwegtijger, een luxe kilometervreter van het eerste uur, die prima
met de dure merken kan concurreren, en dat kan alleen maar goed zijn
voor het imago van Škoda!